Eerste aanwervingen, wees u bewust van de voordelen!

HR  •  27/06/2016  •  Julie Van Acker

Herinner u dat er reeds enige tijd een regeling voorhanden is die erin bestaat om eerste aanwervingen (aanvankelijk, de eerste drie aanwervingen, daarna de eerste vijf) een stuk goedkoper te maken door de werkgeversbijdragen gedurende een welbepaalde periode te reduceren.

Als gevolg van de taxshift is sinds 1 januari 2016 deze regeling, zijnde de doelgroepenvermindering voor de aanwerving van eerste werknemers versterkt én uitgebreid van maximaal 5 tot maximaal 6 werknemers.

Als u als nieuwe werkgever een eerste werknemer aanwerft tussen 1 januari 2016 en 31 december 2020 dan worden de werkgeversbijdragen (+/- 32,40%) voor de volledige periode van tewerkstelling van de eerste werknemer tot quasi 0 herleid.

Belangrijk hierbij is dat u als ‘nieuwe werkgever’ dient te worden beschouwd. Dit betekent dat u gedurende de 4 opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van de indiensttreding voorafgaan niet onderworpen bent geweest aan de wet van 27 juni 1967 betreffende de maatschappelijke zekerheid (RSZ – Wet). In mensentaal, u wordt als nieuwe werkgever beschouwd als u gedurende voormelde periode dus geen werknemers in dienst hebt gehad.(leerlingen, dienstboden, deeltijds leerplichtigen of gelegenheidsarbeiders tellen evenwel niet mee als werknemer)

Naast de voorwaarde van de ‘nieuwe werkgever’, moet ook nog nagegaan worden of u op het moment van de indiensttreding samen met andere werkgevers een technische bedrijfseenheid (TBE) vormt. De eerste (2e, 3e,4e of 5e) werknemer mag namelijk geen werknemer VERVANGEN die in de loop van de 4 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van indiensttreding in dezelfde TBE werkzaam is geweest. Hierop wordt door de RSZ strenge controle uitgevoerd.

Naast deze quasi volledige reducering van werkgeversbijdragen voor de eerste werknemer, heeft de wetgever tevens voorzien in een extra vermindering (dus geen volledige reducering) van de werkgeversbijdragen voor een tweede tot vijfde werknemer. Als uitbreiding van de bestaande regeling wordt het voordeel nu ook toegekend aan de zesde werknemer, daar waar voorheen deze voordelen beperkt werden tot de eerste vijf werknemers.

De periode gedurende dewelke deze vermindering kan worden genoten werd evenzeer uitgebreid van 13 tot 20 kwartalen.

Voor de aanwerving van een 2e werknemer wordt opnieuw vereist dat u sedert tenminste 4 opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van indiensttreding voorafgaan, nooit meer dan één werknemer in dienst hebt gehad. Bovendien mag ook hier geen sprake zijn van een vervanging van een werknemer die in de loop van de 4 voorafgaande kwartalen aan de indiensttreding in dezelfde TBE werkzaam is geweest.

Eenzelfde systeem wordt toegepast voor de 3e, 4e, 5e en 6e werknemer. Op het moment van de indienstneming mag u als werkgever sedert ten minste 4 opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van indienstneming voorafgaan, nooit meer dan 2 (respectievelijk 3, 4 en 5) werknemers onderworpen aan de RSZ-wet tegelijkertijd in dienst hebben gehad. De 3e (respectievelijk 4e, 5e en 6e) werknemer mag opnieuw geen werknemer vervangen die in de loop van de 4 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van indienstneming in dezelfde TBE werkzaam is geweest.

Belangrijk bij deze doelgroepenvermindering is dat de vermindering niet gebonden is aan een bepaalde werknemer. De werkgever kan dus elk kwartaal opnieuw kiezen voor welke werknemer hij de vermindering toepast.

Tenslotte is er tevens voorzien in een overgangsregeling voor werknemers die in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 in dienst zijn getreden en voor wie de vroegere doelgroepvermindering van toepassing was/is. De overgangsregeling voorziet in een toepassing van de nieuw verlaagde tarieven van 2016 doch enkel voor het resterend aantal kwartalen conform de regeling van 2015.

Indien u aldus van plan bent om werknemers aan te werven, heeft u er alle baat bij om voorgaande regeling indachtig te zijn. Het kan u immers heel wat centen besparen.

 

DEEL DIT BERICHT: